Kort na het overlijden van Vincent van Gogh in 1890 sterft ook zijn geliefde broer Theo. Diens vrouw Jo van Gogh-Bonger blijft verslagen achter met hun zoontje Vincent. Als jonge weduwe staat Jo voor een belangrijke keuze: wat moet ze doen met de enorme verzameling schilderijen, tekeningen, prenten en brieven van haar zwager en de collectie kunst van tijdgenoten die Theo en Vincent bijeenbrachten?
Citaten van Vincent van Gogh
Voor zover bekend begon de briefwisseling met zijn jongere zus eind oktober 1887 in Parijs. Willemien, die erover dacht schrijfster te worden, had hem een kort verhaal gestuurd en Vincent moedigde haar aan om haar gevoel te volgen en zich er niet tegen te verzetten. Hij had het over “kiemkracht” dat in ieder van ons bestaat. Om te schrijven hoef je niet te studeren, beweerde hij met klem,
“Neen mijn beste zusje, leer dansen no, my dear sister, learn to dance…”(574,n).”
“Ondanks alles zal ik weer opstaan; Ik zal mijn potlood oppakken, dat ik in mijn grote ontmoediging heb verlaten, en ik zal doorgaan met mijn tekening.”
“Doof uw inspiratie en verbeeldingskracht niet uit, wordt geen slaaf van het model.”
“Kunst is om diegenen te troosten die gebroken zijn door het leven.”
“Ik heb een reeks kleurstudies gemaakt door gewoonweg bloemen te schilderen.“
“Kleur drukt uit zichzelf iets uit, dat kan men niet missen, daar moet men gebruik van maken. Wat mooi doet, werkelijk mooi – is ook juist.”
“Ik probeer meer en meer mezelf te zijn, geef er relatief weinig om of mensen het goedkeuren of afkeuren.”
“In de kunst moet men zijn hart en ziel leggen.” Vincent aan zijn broer Theo, 13 april 1885